Vogelgriep - Algemene ophokplicht

Als gevolg van het verhoogde risico op introductie van hoogpathogene vogelgriep van het type H5, heeft minister Clarinval beslist om de preventieve maatregelen te versterken en een periode van verhoogd risico af te kondigen. Daardoor zijn vanaf 1 november 2020 in gans België de volgende maatregelen van kracht, bovenop de maatregelen die reeds van toepassing zijn:

  • Pluimvee van geregistreerde pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.
  • Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.
  • Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.

De in de punten 2 en 3 genoemde maatregelen zijn reeds van toepassing op commerciële pluimveebedrijven. Ze worden dus ook verplicht voor pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels van particulieren.


Bovendien raadt het FAVV alle hobbyhouders sterk aan om eveneens hun pluimvee op te hokken of zodanig af te schermen dat contact met wilde vogels vermeden wordt.

Sinds mei 2020 zijn in Rusland en Kazachstan talrijke gevallen van hoogpathogene vogelgriep van het type H5 bij wilde vogels vastgesteld. In deze regio's leven veel trekvogels en hun aantallen zijn dit jaar bijzonder groot. Tijdens hun zuidwaartse migratie, die meestal in september begint, kunnen deze vogels halt houden in ons land en eventueel het vogelgriepvirus introduceren.

Sinds 20 oktober zijn in Nederland al verschillende gevallen van hoogpathogene vogelgriep van het type H5N8 ontdekt bij wilde watervogels (zwanen en eenden), waarvan sommige op minder dan 100 km van de Belgische grens.

Bovendien werd een haard van hoogpathogene vogelgriep van het type H5 geïdentificeerd op een Nederlands pluimveebedrijf met reproductiedieren. Het virus werd zeer waarschijnlijk in Nederland geïntroduceerd door migrerende vogels afkomstig uit Rusland en Kazachstan voordat het zich verspreidde naar lokale vogelpopulaties.

Er is momenteel een verhoogd risico voor de introductie van dit H5-vogelgriepvirus op ons grondgebied, ofwel door migrerende vogels afkomstig uit Rusland of Kazachstan, of door vogels afkomstig uit Nederland.

U kan het geheel aan maatregelen raadplegen op onze website: http://www.favv.be/professionelen/dierlijkeproductie/dierengezondheid/vogelgriep/maatregelen.asp.

 

De pluimveesector moet zeer waakzaam zijn en al deze maatregelen strikt toepassen.

 

Op pluimveehouderijen is er al sinds 2006 een waakzaamheid voor vogelgriep van kracht en deze werd vorig jaar nog verder versterkt naar aanleiding van de problemen met het H3-virus. Deze verhoogde waakzaamheid moet bijzonder goed nageleefd worden.

Concreet kan er bij de onderstaande bevindingen pas met een behandeling van pluimvee worden gestart, eens er monsters aan het DGZ of ARSIA zijn overgemaakt voor laboratoriumonderzoek:

 

  • een daling van de normale voeder- en waterconsumptie van meer dan 20 %;
  • een sterfte van meer dan 3% per week;
  • een daling van de leg met meer dan 5 % die langer dan twee dagen duurt;
  • klinische tekenen of letsels bij post-mortem onderzoek die wijzen op influenza.

De % zijn te interpreteren op stal- of hokniveau en dus niet op het niveau van het hele bedrijf.

Gerelateerde items